Mijn manier om met jongeren te werken is via mijn psychosociaal hulphonden. Dat maakt onze hulpverlening laagdrempelig & zorgt er voor dat jongeren gemotiveerd zijn om hulp te aanvaarden. Natuurlijk komen er ook jongeren op mijn pad die niet gelijk enthousiast worden van een hond maar toch een grote uitdaging hebben. Ik werk dan graag met methodieken die bij mij passen en aansluiten bij mijn werkwijze. De Aggression Replacement Training (ART) is daar een mooi voorbeeld van. De ART vliegt agressie problemen op verschillende manieren aan. Boosheidcontrole, implementeren van sociale vaardigheden (Goldstein) en moreel redeneren. Met de LVB jongeren geef ik de ART in een aangepaste vorm; de FAZ, de Forensische ART voor Zwakbegaafden (veelplegers). Er zijn bij de FAZ oefeningen verwerkt vanuit de Psychomotorische therapie (PMT). Zo leer je jongeren hun lichaamssignalen (op tijd) herkennen/voelen. Door al deze verschillende onderdelen te behandelen en oefenen, gaan jongeren de keten van agressie controle in de loop van het programma zelf automatiseren. De sturende manier van werken en de duidelijke opbouw in de methodiek passen erg goed bij mij. Daarnaast komen er veel aspecten terug in de ART die ook verwerkt zitten in de Topdog methodiek. Topdog gebruik ik als ik jongeren train met mijn honden. Alleen is het verschil dat ze het in eerste instantie doen voor de hond en niet voor de band die ik met de jongeren heb als trainer. Die band komt vanzelf tijdens het doorlopen van het programma.
Zowel de Topdog als de ART zijn sturende, gestructureerde trainingen die uitdaging van jongeren op verschillende vlakken aanpakt. In beweging, betrokken, persoonlijk en oprechte interesse in de ander, ik hou er van.