Skip to content

Ook op deze zondag met stralend mooi lenteweer ga ik binnen achter de laptop zitten om een verslag af te maken. Het is een verslag dat morgen besproken gaat worden tijdens een tussenevaluatie. In het verslag beschrijf ik welke ontwikkelingen er zijn tijdens de trainingen. Door de ontwikkelingen goed te onderbouwen in het verslag kunnen we het gesprek zelf zo kort en bondig mogelijk houden. Dat heeft een belangrijke reden.  

De jongeren die ik begeleid met CoHond hebben meestal al veel ervaring met verschillende jeugdhulpverleners en instanties. Deze ervaringen zijn helaas niet altijd positief. Alleen al door het woord `tussenevaluatie’  te gebruiken kan zo veel spanningen oproepen bij jongeren dat ze liever niet willen komen. Ze associëren het woord met een grote vergadertafel in een vergaderruimte waar, als het tegenzit, heel veel mensen aan zitten uit de hulpverlening. Er wordt  voor hun gevoel vooral veel gesproken over dingen die niet goed gaan. Tegelijkertijd voelen ze de druk om zelf ook op het juiste moment de juiste dingen te zeggen.

Het verslag dat ik nu aan het maken ben zal niet meer zijn dan 1 pagina. Zo blijft ook die informatie overzichtelijk voor de jongere. Morgen nemen we samen dit verslag door met één direct betrokken hulpverlener er bij. Dit zal een half uur in beslag nemen dan houden we nog tijd over voor een oefening met Morris. In dat half uur zal ik vertellen welke positieve ontwikkelingen ik zie tijdens de trainingen. Aangezien de jongere in kwestie veel moeite heeft met het ontvangen van complimenten zal dat al een hele kluif zijn.

Back To Top