fbpx Skip to content

Zodra er een aanmelding binnenkomt is mijn werk al begonnen. Voor de start van de training ga ik na welke hond het beste past bij degene die is aangemeld.

Dat is een beslissing die ik moet nemen die invloed heeft op de rest van de bijeenkomsten.

De honden waar ik mee werk zijn gecertificeerd. Ze zijn daarmee geschikt bevonden voor het werk dat ik met ze doe. Twee van mijn honden zijn labradors en de ander is een golden retriever. Over het algemeen is het beeld van deze honden dat ze altijd lief zijn, speels en trouw. Gelukkig klopt dat in de meeste gevallen ook wel maar toch zijn alle drie de honden waar ik mee werk heel verschillend van karakter. Ze hebben alle drie een totaal andere opvoeding gehad, hebben allemaal andere dingen meegemaakt in hun leven en gaan ook alle drie anders om met energieën van mensen. En vooral  dat laatste maakt het voor de training belangrijk om een goede match te maken tussen mens en dier. Vanaf de start van de training draait het om succes ervaringen met de hond en positieve bekrachtiging. Dat maakt de training leuk voor de hond en jongeren en daar krijgen jongeren zelfvertrouwen van.

Laatst kwam er een nieuwe jongen bij me. Hij is 18 jaar en heeft zich aangemeld omdat hij last heeft van veel opgekropte emoties van allerlei vervelende ervaringen uit het verleden. Omdat het hem nu niet goed lukt om zijn emoties te reguleren heeft hij momenteel geen dagbesteding. Niet dat hij niet wil maar overal waar hij komt gaat het mis. Wat hem zo fijn leek aan de training  is dat er juist weinig wordt gesproken en er veel wordt gedaan met de hond. En toevallig heeft hij heel veel ervaring met honden dus het samenwerken met een hond leek hem ook wel wat. De jongen is erg gemotiveerd voor de training. Al deze informatie maakte voor mij dat ik Morris heb uitgekozen voor het traject van deze jongen.

Morris wil nog wel eens tegen mensen opspringen en naar hun gezicht likken. Ik realiseer me dat niet iedereen daar op zit te wachten. Hoe irritant is het als je net je schone (werk)kleding aan hebt en Morris zet lekker even zijn modderpoten tegen je witte blouse of je schone jas…. Maar welke reden zit er achter dat onhandige maar o zo mooie gebaar? Om het gebaar uit te leggen gaan we terug naar het roedelgedrag van de wolf. Als de moederwolf terug komt van het jagen beginnen de welpjes de mondhoeken van de moederwolf af te likken. Op deze manier sporen ze haar aan om het voorgekauwde voedsel uit te braken, zodat de welpjes dit kunnen opeten. Een pup likt de lippen van de leider die voedsel bezit.

Morris die tegen je opspringt en je gezicht wil likken imiteert gewoon het gedrag van een pup die de snoet van zijn moeder likt om eten van haar te krijgen.

Morris stelt zich dus onderdanig op. Alleen om bij de snuit van een mens te komen moet hij wel tegen je opspringen. Dat gebeurd in een training dus ook wel eens. Hoe voorzichtig ik ook te werk ga, het kan tijdens de trainingen natuurlijk altijd spontaan gebeuren. Het blijft een dier en dat soort momenten zijn niet te regisseren. Het zou de training alleen niet ten goede komen als ik een onzeker of angstig kind tegenover mij zou hebben en Morris springt tegen hem of haar aan waardoor het kind angstig of onzeker wordt voor de training. Dus dat maakt een matching heel belangrijk.

De matching van deze jongen met Morris verliep fantastisch. Het mooiste compliment kwam direct na de training van de begeleidster die mee was met de jongen. Ze vond hem er direct al opgelucht en ontspannen uitzien. Wat een droom start!

Back To Top